Een volledige prothese of kunstgebit is een hulpmiddel in het geval dat alle tanden en kiezen getrokken zijn. Een kunstgebit ligt los in de mond en valt onder de uitneembare voorzieningen. Door het speeksellaagje tussen het kunststof van de prothese en uw tandvlees zuigt het kunstgebit zich vast in de mond (retentie). De prothese heeft een zodanige vorm dat deze goed past bij de anatomie van de kaken en de mondspieren.
U kunt zich voorstellen, dat in een beweeglijke mond deze zuigende werking niet altijd optimaal is. Sommige prothese dragers hebben dan ook problemen hiermee. Het is vaak het ondergebit dat klachten geeft, omdat onder andere het draagvlak van de kaak daar veel kleiner is. Dankzij implantaten kan met behulp van een klikgebit vaak toch een goede oplossing geboden worden.
Voor een kunstgebit zal de behandelaar eerst een afdruk met een stug afdrukmateriaal (alginaat) maken. Het is belangrijk, dat in de deze afdruk de overgang van kaak naar wang (omslagplooi) ‘staat’. Van deze afdruk wordt in het tandtechnisch laboratorium een gipsmodel gemaakt. Op dit gipsmodel wordt met kunststof de individuele lepel vervaardigd. Met deze individuele lepel, die op maat is gemaakt voor de mond van de patiënt, kan een precisie afdruk worden genomen.
Met behulp van de door de technicus vervaardigde lepel wordt in deze fase een individuele afdruk gemaakt waar veel aandacht besteed wordt aan het afvormen van de belangrijke delen van uw nieuwe prothese, namelijk de randen die de uiteindelijke begrenzing en afsluiting zullen vormen.
De individuele lepel kan worden voorzien van een randopbouw. Dit is een laagje harde was die de overgangen beter markeert en de spieraanhechtingen aangeeft. Als laatste wordt dan een licht vloeibaar (siliconen) afdrukmateriaal gebruikt voor de definitieve afdruk. De mond en wangspieren worden tijdens het uitharden gemanipuleerd (muscle trimming), om de meest gebruikte bewegingen te imiteren en de randen van de uiteindelijke prothese aan te geven.
Van de individuele afdruk worden door de tandtechnicus weer nieuwe gipsmodellen gemaakt waarop een set beetplaten gemaakt wordt. Deze beetplaten hebben waswallen. De beetplaten worden door de behandelaar gebruikt om de relatie tussen uw onder en bovenkaak te registeren en tevens om te bepalen waar uiteindelijk de tanden en kiezen komen te staan. Tijdens deze afspraak wordt, uiteraard in samenspraak met de patiënt, gekeken naar de kleur en de vorm van uw nieuwe tanden.
Met de gegevens die in de vorige stap zijn verzameld gaat de tandtechnicus aan de gang om een pasprothese voor u te maken en in deze fase wordt er gekeken of de beetregistratie goed is bepaald en uiteraard wordt gekeken of de uitgezochte tanden mooi passen bij het uiterlijk. Als iedereen tevreden is over het resultaat dan gaat de pasprothese nog terug naar de tandtechnicus die de prothese omzet naar kunststof en glad afwerkt. In de volgende zitting kan de prothese geplaatst worden. De pasfase kan indien nodig meerdere malen worden herhaald tot het gewenste resultaat is behaald.
« Kronen en Bruggen | Kinderen »